- 50-jaar AKROS (1975-2025)
- Lustrumboek AKROS 50-jaar
- Uit de oude doos - Lustrum 20 jaar
- Leden van het eerste uur - Thieu Vullings
- Activiteiten binnen de club: Het Clubblad
- Verleden-heden-toekomst: Lijstjes
- Uit de oude doos: Tekeningen en Cartoons
- Leden van het eerste uur - Jan Kroezen
- Activiteiten binnen de club: Nachttoernooi Akros
- Verleden - Heden - Toekomst: Loes - Eef - Man
- De Basketball Dynastieën, Deel 1
- Albert Swinkels: Een Leven van Toewijding en Passie voor Basketball
- Jantje Hofsteenge: Een Voorbeeld van Vrouwelijke Kracht en Doorzettingsvermogen"
- Activiteiten binnen de club: Zomeravondcompetitie
- De Basketball Dynastieën, Deel 2
- De Statler en Waldorf van Akros: Bert en Wilbert
- Leden van het eerste uur: Theo Verkerk
- De Basketball Dynastieën van Akros, Deel 3
- Activiteiten binnen de club: De Vijfkamp
- Leden van het eerste uur - MArcel Albers
- BCB AKROS NU! - VU22
- BCB AKROS NU! - HEREN SENIOREN 2
- Activiteiten binnen de club: Akros Youth Tournament (AYT)
- In Memoriam: Leden van het eerste uur: Ludo Otten
- Ko en Ellen: Één van de powerkoppels van Akros
- BCB AKROS NU! - DAMES RECREANTEN
- Activiteiten binnen de club: Akros Youth Tournament (AYT)
- BCB AKROS NU! - VU16
- Leden van het eerste uur - Paul Boersma
- Leden van het eerste uur: Anita, Cecile en Céline
- Activiteiten binnen de club: de Braderie
- Leden van het eerste uur - Pieter Aerts
- Leden van het eerste uur - Marco Jeckmans
- BCB AKROS NU! - Heren Recreanten
Lid worden van onze club? Meld je dan aan via het aanmeldformulier.
Leden van het eerste uur - Pieter Aerts
Leden van het eerste uur - Pieter Aerts
In 50 jaar tijd heeft BCB AKROS 10/11 voorzitters gehad, begonnen met Paul Weezenberg die het in hetzelfde jaar overdroeg aan Jantje Hofsteenge, daarna Karel van Waveren, Albert Swinkels, Pieter Aerts, Frank Trienekes, Harry Havekes, Gerard vd Cruijsen, Hans Reijnen, Ko Arts en Bert Reijnen. Pieter Aerts, die van 1982 tot 1985 penningmeester was en van 1987 tot 1989 voorzitter van onze mooie club, komt vandaag aan het woord over zijn jaren bij AKROS.
AKROS 50 JAAR!
Wijchen, juni 2025.
Wie had dat kunnen denken! 50 jaar. Dat vind ik een hele mooie prestatie. In deze snelle tijd waarin maar weinig blijft zoals het was en waar je op kunt bouwen en vertrouwen. Toch hebben we het nodig, iets om aan vast te houden, je aan op te trekken en van waaruit weer nieuwe dingen kunnen ontstaan. AKROS is zo’n mooi “instituut “. Maar genoeg gefilosofeerd.
Toen ik 15 was (het was 1975) en op het Elzendaal zat kwam Thieu naar me toe en zei “ dit is nou echts iets voor jou, om te gaan basketballen”. Ik kan het me nog goed herinneren. Blijkbaar heeft zijn verzoek veel indruk gemaakt want het was de start van een lange periode waarin basketball veel voor me heeft betekend. Ik begon het een leuk spelletje te vinden een had er veel plezier in om die bal door die ring te krijgen. De vele uurtjes in de oude gymzaal en later ook de nieuwe gymzaal waren voor mij een geweldige afwisseling van de studiebol die ik was.
Het is weliswaar al een hele periode geleden zo halverwege de jaren zeventig en de jaren tachtig maar veel mooie herinneringen blijven. Ondanks mijn gebrek aan talent :) maar dankzij mijn inzet begon ik te groeien in de sport. Onder de ring was mijn favoriete positie maar later ook als forward. Schoolkampioenschappen vond ik geweldig ook al waren er veel die vaker in het veld stonden. Een internationaal meisjestoernooi met speelsters uit destijds Joegoslavië en uit Zweden staat me nog bij. Thuis boden we slaapruimte waar er twee werden ondergebracht.
Basketbal was de sport thuis. Twee van mijn broers, Jos en Wim, zijn ook actief lid geweest en hebben een steentje bijgedragen aan de club. Ik had niet genoeg aan de trainingsuurtjes en oefende zelf veel bij ons achter in de tuin. Achteraf begrijp ik pas hoe geduldig mijn ouders waren. Want vaak ging de bal niet in de ring maar soms zelfs over het bord richting het huis en tegen het achterraam van de huiskamer aan. Dan zijn klappen geweest! Maar het werd getolereerd. Ik weet nog dat ik op de fiets bij Smederij Geurts aan de Markt een lange ijzeren paal van een meter of 4 op de kop heb getikt. Mee naar huis met dat zware ding. In de grond gezet. Een houten bord gemaakt en met schroeven bevestigd. Ik kon oefenen! Op het gras of wat ervan over bleef. Layupjes, jumpshots, hoekshots. Geweldig!
Ondertussen ging er ook energie in de club zelf. Ik heb op veel manieren mijn liefde voor de basketbalsport geuit. Het had wel wat. Met een groepje mensen de club tot leven brengen en de boxmeerse binnensport eens wat anders bieden dan volleybal of handbal, die in die tijd geliefd waren. Ik weet niet meer precies wanneer het was maar de jongste jeugd met die grote bal te zien rennen in het sportzaaltje tegenover het Hoogkoor was top. Ik heb diverse teams getraind. Meisjes kadetten en/of junioren, dames senioren. Met behulp van oefenstof van Thieu trainingsschema’s opgesteld en geprobeerd om de sport te stimuleren.
De tijden van Karel, Jantje en Ellie weet ik nog. Toen Albert voorzitter werd ben ik penningmeester geweest. Met die cijfers omgaan was mijn hobbie op Elzendaal en later ook op de HEAO in Arnhem. In die tijd was de computer nog nauwelijks aanwezig. Alleen op bondsnivaeu, maar niet op clubniveau. We deden zelf programma’s schrijven om de ledenadministratie in te voeren. Om een beetje overzicht te krijgen. In mijn hoogtijdagen waren er maar liefst 185 clubleden. Met veel teams. Al die leden moesten een contributienota krijgen en wat nu nog geldt, alle guldens waren hard nodig om leuke dingen te doen voor de club. De tijden met de bestuursdiscussie over de hoogte van de contributie staan me bij. Harry en Derk zaten ook in het bestuur. Liefst lage contributie om maar zoveel mogelijk leden te trekken. Maar ja de zaalhuur was duur. De sponsorjacht niet altijd even succesvol en we wilden via de reclameborden wat bijverdienen. Het was letterlijk een sport om uren te krijgen in het Hoogkoor. Want daar konden we toch veel beter trainen dan in de kleinere zalen ven het EC.
We moesten wedijveren met die gevestigde orde van de handballers en volleyballers die de beste tijden tot hun beschikking hadden. Maar gelukkig konden we laten zien dat door onze grote ledenaantallen wij ook recht hadden op trainingstijd en speeltijd.
Maat het bleef jarenlang een dingetje. De gemeente werkte ook niet echt mee, we kregen maar weinig subsidie en onze sport was nog niet zo bekend. Op een gegeven moment was de sportmoraal bij de gemeente zover teruggezakt dat we ons moesten verenigen. Met alle binnensportverenigingen samen aan tafel op dinsdagavonden in het vergaderzaaltje van het Hoogkoor om een uitweg te vinden om de sport te laten groeien.
Dat was ook de tijd dat op zaterdagavonden de thuiswedstrijden soms een abrupt einde kregen. De zaal was gehuurd tot tien uur en dat werd door de dienstdoende surveillanten ook zodanig opgevat. Die hadden geen boodschap aan de zuivere speeltijd wat er soms toe leidde dat de wedstrijd op het hoogtepunt werd onderbroken. Het licht werd uitgedaan en in het donker was het moeilijk ballen! Maar ieder nadeel heb zijn voordeel en het nachtbasketbal was uitgevonden.
Trouwens die zaterdagavonden in de derde helft waren geweldig!
Om in die tijd toch te kunnen sporten zoals we wilden gingen er steeds meer stemmen op om dan maar zelfstandig de faciliteiten, zoals de zaal, in te richten. Met ondersteuning van de bond was er een mogelijkheid om deel te nemen aan “ Het 100 Hallenplan”. Sportverenigingen in Nederland kregen met steun van bijv. Eef Halewijn de mogelijkheid zelf een sporthal te bouwen en te beheren met alle voordelen van dien. Het is er uiteindelijk in Boxmeer niet van gekomen maar het scheelde niet veel.
Ondertussen deed ik zelf op wat speelser niveau het spelletje bij Heren 2 en Heren 3. Wedstrijdjes en trainingen met o.a. Toon Teerling, Mantje Martens, Jos Rongen, Pieter Reintjes en de jongens van de Weijer. We hadden veel lol. Zondag ‘s morgens naar Grave bijvoorbeeld. We hingen in de klimrekken omdat de uitloop onder de ring zeer beperkt was. In die tijd haalde ik mijn scheidsrechtersdiploma en ging veel met Paul Boersma op pad om rayonwedstrijden te fluiten. Paul had een auto, een Peugeot, ik niet. Ik was aangewezen op een ander voor vervoer. Dat leidde er ook toe dat ik zelfs een keer niet met de auto maar met het ov naar de wedstrijden ging. Samen met Gerard die uit principe weigerde met eigen vervoer te gaan. Maar dat hield ik niet lang vol.
Toen ik in Arnhem ging studeren en wonen balde ik bij ESCA om te trainen. Eerste Sport Club Arnhem of ENKA sportclub. Die vereniging was in ieder geval gelieerd aan ENKA het huidige AKZO. Na de studie heb ik bij STORK gewerkt en tot mijn dertigste in Boxmeer gewoond. STORK had een grote reproafdeling waar Sjaak, een collega, de leiding over had. Veel jaren heb ik ons clubblad op de kopieermachines gelegd en daarna in een grote doos op de fiets naar huis. Sorteren ging nog niet geautomatiseerd dus we gingen met enkele leden, Bert o.a. bij ons thuis in de keuken rondjes om de tafel lopen om de boekjes samen te stellen en te nieten. Het clubblad was toen het medium van communicatie. Ik heb er nog een paar thuis liggen.
Begin jaren 90 besloten Petra en ik om te gaan samenwonen. Toen verhuisde ik naar Oosterhout (bij Breda) en ging werken in Geertruidenberg. Basketballen deed ik bij Eastwood Tigers, die ook een leuke hechte club was. Rond mijn veertigste kreeg is vaak last van mijn enkels en knieën zodat ik moest stoppen met de actieve basketbalsport.
Maar het is altijd mijn sport gebleven. Van de uitjes naar de Harlem Globetrotters tot het bezoeken van de wedstrijden van Nashuatec EBBC Den Bosch of de Haarlemse Basketbal Week. Toen ik onlangs achter de computer zat en beelden langs zag komen van de women NCAA IOWA van Caitlin Clark triggerde het me weer. En het eindshot van Worthy de Jong in Parijs op de Olympische Spelen 2024 gaf ook kippenvel. Wat is het toch een mooie sport.
Ik vind het geweldig dat enkele van mijn leeftijdsgenoten/clubgenoten nog steeds voor AKROS actief zijn. En voordat ik het vergeet. Complimenten voor Reggy. Dat bevestigt me dat zolang er maar iets gezamenlijks is het in stand kan blijven. Toen ik in april tijdens de laatste competitiewedstrijd ging kijken in het Hoogkoor van Heren Senioren 1 moest ik natuurlijk wel even knipperen met mijn ogen: sommige herkende ik meteen, andere wat later. Maar hoe dan ook alvast wat herinneringen samen opgehaald. Op 23 augustus zie ik jullie weer. Tot dan!
Pieter Aerts